Efnil Research Institute for Linguistics, Hungarian Academy of Sciences Dictionary Browser
Cut Board
Info
Help

English | Hungarian

Language pairs: hu-en | en-hu | hu-sl | sl-hu | hu-lt | lt-hu | fr-nl | nl-fr
Criteria: max f(S) / f(T) = 10, max f(T) / f(S) = 10, min f(S) = min f(T) = 5, min p(T|S) = 0.008,
f1(S) ∈ [1, 10] → min p(T|S) = 0.3, f2(S) ∈ [10, 100] → min p(T|S) = 0.14, f3(S) ∈ [100, 1000] → min p(T|S) = 0.04


~probfreqcompo
Plot for translations

frnl
1Au cours des essais cliniques menés avec olanzapine chez plus de 5000 patients dont la glycémie de base non à jeun était = 7,8 mmol/l , l' incidence des taux de glycémie non à jeun = 11 mmol/l ( évoquant un diabète ) était de 1,0% comparée à 0,9% pour le placebo .
1 In klinische onderzoeken met olanzapine bij meer dan 5000 patiënten met een uitgangswaarde van de niet-nuchtere glucosespiegel u2264 7,8 mmol / l , was de incidentie van de niet-nuchtere glucosespiegel u2265 11 mmol / l ( suggestief voor diabetes ) 1,0 % , vergeleken met 0,9 % bij placebo .
L' incidence des taux de glycémie non à jeun entre 8,9 et 11 mmol/l ( évoquant une hyperglycémie ) était de 2,0% comparée à 1,6% pour le placebo .
De incidentie van de niet-nuchtere plasma glucosespiegel u2265 8.9 mmol / l maar 11 mmol / l ( suggestief voor hyperglykemie ) was 2 % , vergeleken met 1,6 % bij placebo .
1Au cours des essais cliniques menés avec olanzapine chez plus de 5000 patients dont la glycémie de base non à jeun était = 7,8 mmol/l , l' incidence des taux de glycémie non à jeun = 11 mmol/l ( évoquant un diabète ) était de 1,0% comparée à 0,9% pour le placebo .
1 In klinische onderzoeken met olanzapine bij meer dan 5000 patiënten met een uitgangswaarde van de niet-nuchtere glucosespiegel u2264 7,8 mmol / l , was de incidentie van de niet-nuchtere glucosespiegel u2265 11 mmol / l ( suggestief voor diabetes ) 1,0 % , vergeleken met 0,9 % bij placebo .
L' incidence des taux de glycémie non à jeun entre 8,9 et 11 mmol/l ( évoquant une hyperglycémie ) était de 2,0% comparée à 1,6% pour le placebo .
De incidentie van de niet-nuchtere plasma glucosespiegel u2265 8.9 mmol / l maar 11 mmol / l ( suggestief voor hyperglykemie ) was 2 % , vergeleken met 1,6 % bij placebo .
1Au cours des essais cliniques menés avec olanzapine chez plus de 5000 patients dont la glycémie de base non à jeun était = 7,8 mmol/l , l' incidence des taux de glycémie non à jeun = 11 mmol/l ( évoquant un diabète ) était de 1,0% comparée à 0,9% pour le placebo .
1 In klinische onderzoeken met olanzapine bij meer dan 5000 patiënten met een uitgangswaarde van de niet-nuchtere glucosespiegel u2264 7,8 mmol / l , was de incidentie van de niet-nuchtere glucosespiegel u2265 11 mmol / l ( suggestief voor diabetes ) 1,0 % , vergeleken met 0,9 % bij placebo .
L' incidence des taux de glycémie non à jeun entre 8,9 et 11 mmol/l ( évoquant une hyperglycémie ) était de 2,0% comparée à 1,6% pour le placebo .
De incidentie van de niet-nuchtere plasma glucosespiegel u2265 8.9 mmol / l maar 11 mmol / l ( suggestief voor hyperglykemie ) was 2 % , vergeleken met 1,6 % bij placebo .
1Au cours des essais cliniques menés avec olanzapine chez plus de 5000 patients dont la glycémie de base non à jeun était = 7,8 mmol/l , l' incidence des taux de glycémie non à jeun = 11 mmol/l ( évoquant un diabète ) était de 1,0% comparée à 0,9% pour le placebo .
1 In klinische onderzoeken met olanzapine bij meer dan 5000 patiënten met een uitgangswaarde van de niet-nuchtere glucosespiegel u2264 7,8 mmol / l , was de incidentie van de niet-nuchtere glucosespiegel u2265 11 mmol / l ( suggestief voor diabetes ) 1,0 % , vergeleken met 0,9 % bij placebo .
L' incidence des taux de glycémie non à jeun entre 8,9 et 11 mmol/l ( évoquant une hyperglycémie ) était de 2,0% comparée à 1,6% pour le placebo .
De incidentie van de niet-nuchtere plasma glucosespiegel u2265 8.9 mmol / l maar 11 mmol / l ( suggestief voor hyperglykemie ) was 2 % , vergeleken met 1,6 % bij placebo .
1Au cours des essais cliniques menés avec olanzapine chez plus de 5000 patients dont la glycémie de base non à jeun était = 7,8 mmol/l , l' incidence des taux de glycémie non à jeun = 11 mmol/l ( évoquant un diabète ) était de 1,0% comparée à 0,9% pour le placebo .
1 In klinische onderzoeken met olanzapine bij meer dan 5000 patiënten met een uitgangswaarde van de niet-nuchtere glucosespiegel u2264 7,8 mmol / l , was de incidentie van de niet-nuchtere glucosespiegel u2265 11 mmol / l ( suggestief voor diabetes ) 1,0 % , vergeleken met 0,9 % bij placebo .
L' incidence des taux de glycémie non à jeun entre 8,9 et 11 mmol/l ( évoquant une hyperglycémie ) était de 2,0% comparée à 1,6% pour le placebo .
De incidentie van de niet-nuchtere plasma glucosespiegel u2265 8.9 mmol / l maar 11 mmol / l ( suggestief voor hyperglykemie ) was 2 % , vergeleken met 1,6 % bij placebo .

22 sentence pairs total
22 in (DEFAULT)
.