| fr | nl |
---|
| Les besoins en insuline peuvent diminuer en présence d' une insuffisance rénale . Les besoins en insuline peuvent diminuer chez les patients présentant une insuffisance hépatique du fait d' une diminution de la capacité de la gluconéogenèse et de la diminution de l' élimination de l' insuline ; cependant , chez les patients ayant une insuffisance hépatique chronique , l' augmentation de l' insulino-résistance peut conduire à une augmentation des besoins en insuline .
| De insulinebehoefte kan afnemen bij patiënten met een leverfunctiestoornis vanwege een verminderde capaciteit voor de gluconeogenesis en een verminderde insuline-afbraak , echter bij patiënten met een chronische leverfunctiestoornis kan een verslechtering van de insulineresistentie leiden tot een verhoogde insulinebehoefte .
|
| Les besoins en insuline peuvent diminuer chez les patients présentant une insuffisance hépatique du fait d' une diminution de la capacité de la gluconéogenèse et de la diminution de l' élimination de l' insuline ; cependant , chez les patients ayant une insuffisance hépatique chronique , l' augmentation de l' insulino-résistance peut conduire à une augmentation des besoins en insuline .
| De insulinebehoefte kan afnemen bij patiënten met een leverfunctiestoornis vanwege een verminderde capaciteit voor de gluconeogenesis en een verminderde insuline-afbraak , echter bij patiënten met een chronische leverfunctiestoornis kan een verslechtering van de insulineresistentie leiden tot een verhoogde insulinebehoefte .
|
| Les besoins en insuline peuvent diminuer chez les patients présentant une insuffisance hépatique du fait d' une diminution de la capacité de la gluconéogenèse et de la diminution de l' élimination de l' insuline ; cependant , chez les patients ayant une insuffisance hépatique chronique , l' augmentation de l' insulino-résistance peut conduire à une augmentation des besoins en insuline .
| De insulinebehoefte kan afnemen bij patiënten met een leverfunctiestoornis vanwege een verminderde capaciteit voor de gluconeogenesis en een verminderde insuline-afbraak , echter bij patiënten met een chronische leverfunctiestoornis kan een verslechtering van de insulineresistentie leiden tot een verhoogde insulinebehoefte .
|
| Les besoins en insuline peuvent diminuer en présence d' une insuffisance rénale . Les besoins en insuline peuvent diminuer chez les patients présentant une insuffisance hépatique du fait d' une diminution de la capacité de la gluconéogenèse et de la diminution de l' élimination de l' insuline ; cependant , chez les patients ayant une insuffisance hépatique chronique , l' augmentation de l' insulino-résistance peut conduire à une augmentation des besoins en insuline .
| De insulinebehoefte kan afnemen bij patiënten met een leverfunctiestoornis vanwege een verminderde capaciteit voor de gluconeogenesis en een verminderde insuline-afbraak , echter bij patiënten met een chronische leverfunctiestoornis kan een verslechtering van de insulineresistentie leiden tot een verhoogde insulinebehoefte .
|
| Les besoins en insuline peuvent diminuer chez les patients présentant une insuffisance hépatique du fait d' une diminution de la capacité de la gluconéogenèse et de la diminution de l' élimination de l' insuline ; cependant , chez les patients ayant une insuffisance hépatique chronique , l' augmentation de l' insulino-résistance peut conduire à une augmentation des besoins en insuline .
| De insulinebehoefte kan afnemen bij patiënten met een leverfunctiestoornis vanwege een verminderde capaciteit voor de gluconeogenesis en een verminderde insuline-afbraak , echter bij patiënten met een chronische leverfunctiestoornis kan een verslechtering van de insulineresistentie leiden tot een verhoogde insulinebehoefte .
|
| Les besoins en insuline peuvent diminuer chez les patients présentant une insuffisance hépatique du fait d' une diminution de la capacité de la gluconéogenèse et de la diminution de l' élimination de l' insuline ; cependant , chez les patients ayant une insuffisance hépatique chronique , l' augmentation de l' insulino-résistance peut conduire à une augmentation des besoins en insuline .
| De insulinebehoefte kan afnemen bij patiënten met een leverfunctiestoornis vanwege een verminderde capaciteit voor de gluconeogenesis en een verminderde insuline-afbraak , echter bij patiënten met een chronische leverfunctiestoornis kan een verslechtering van de insulineresistentie leiden tot een verhoogde insulinebehoefte .
|
| Les besoins en insuline peuvent diminuer en présence d' une insuffisance rénale . Les besoins en insuline peuvent diminuer chez les patients présentant une insuffisance hépatique du fait d' une diminution de la capacité de la gluconéogenèse et de la diminution de l' élimination de l' insuline ; cependant , chez les patients ayant une insuffisance hépatique chronique , l' augmentation de l' insulino-résistance peut conduire à une augmentation des besoins en insuline .
| De insulinebehoefte kan afnemen bij patiënten met een leverfunctiestoornis vanwege een verminderde capaciteit voor de gluconeogenesis en een verminderde insuline-afbraak , echter bij patiënten met een chronische leverfunctiestoornis kan een verslechtering van de insulineresistentie leiden tot een verhoogde insulinebehoefte .
|
| Les besoins en insuline peuvent diminuer en présence d' une insuffisance rénale . Les besoins en insuline peuvent diminuer chez les patients présentant une insuffisance hépatique du fait d' une diminution de la capacité de la gluconéogenèse et de la diminution de l' élimination de l' insuline ; cependant , chez les patients ayant une insuffisance hépatique chronique , l' augmentation de l' insulino-résistance peut conduire à une augmentation des besoins en insuline .
| De insulinebehoefte kan afnemen bij patiënten met een leverfunctiestoornis vanwege een verminderde capaciteit voor de gluconeogenesis en een verminderde insuline-afbraak , echter bij patiënten met een chronische leverfunctiestoornis kan een verslechtering van de insulineresistentie leiden tot een verhoogde insulinebehoefte .
|
| Les besoins en insuline peuvent diminuer en présence d' une insuffisance rénale . Les besoins en insuline peuvent diminuer chez les patients présentant une insuffisance hépatique du fait d' une diminution de la capacité de la gluconéogenèse et de la diminution de l' élimination de l' insuline ; cependant , chez les patients ayant une insuffisance hépatique chronique , l' augmentation de l' insulino-résistance peut conduire à une augmentation des besoins en insuline .
| De insulinebehoefte kan afnemen bij patiënten met een leverfunctiestoornis vanwege een verminderde capaciteit voor de gluconeogenesis en een verminderde insuline-afbraak , echter bij patiënten met een chronische leverfunctiestoornis kan een verslechtering van de insulineresistentie leiden tot een verhoogde insulinebehoefte .
|
| Les besoins en insuline peuvent diminuer en présence d' une insuffisance rénale . Les besoins en insuline peuvent diminuer chez les patients présentant une insuffisance hépatique du fait d' une diminution de la capacité de la gluconéogenèse et de la diminution de l' élimination de l' insuline ; cependant , chez les patients ayant une insuffisance hépatique chronique , l' augmentation de l' insulino-résistance peut conduire à une augmentation des besoins en insuline .
| De insulinebehoefte kan afnemen bij patiënten met een leverfunctiestoornis vanwege een verminderde capaciteit voor de gluconeogenesis en een verminderde insulineafbraak , echter bij patiënten met een chronische leverfunctiestoornis kan een verslechtering van de insulineresistentie leiden tot een verhoogde insulinebehoefte .
|